Langs de (snel)weg of op parkeerterreinen, je ziet ze overal staan – laadpalen. Niet zo gek, want ze zijn inmiddels ook onmisbaar geworden door de stekkerauto. Sinds begin 2023 is inmiddels 6 procent van alle personenauto’s een stekkerauto. Dit betreffen ruim 511.000 stekkerauto’s. Door de grote vraag naar laadpalen kan het dan ook interessant zijn om op een commercieel parkeerterrein een laadpaal te plaatsen. In dit artikel wordt beschreven of dit juridisch wel zo gemakkelijk is.
Verplichting laadpaal
Het is niet alleen interessant om een laadpaal te plaatsen. Uit het Besluit bouwwerken leefomgeving volgt dat bij ingrijpende renovatie van gebouwen (niet zijnde een woonruimte) die een parkeergelegenheid hebben met meer dan tien parkeervakken, ten minste één laadpaal moet staan. Ingeval van nieuwbouw en gerenoveerde gebouwen geldt daar bovenop dat elke vijf parkeervakken minimaal één aansluitpunt voor een laadpaal moet hebben. Raadzaam dus om te kijken of u hieraan wel voldoet.
Vergunning nodig?
Uit rechtspraak volgt dat het in principe niet nodig is om een omgevingsvergunning te hebben voor het plaatsen van een laadpaal, ook niet als dat er heel veel zijn. De Rechtbank Zeeland-West Brabant oordeelde echter anders hierover in geval van een oplaadplein met zestien laadpunten, acht transformatoren en grotere transformatorkast. Het is dus nog wachten op opheldering door de hoogste bestuursrechter.
Problematiek
Er kunnen zich allerlei verschillende situaties voordoen waarin een laadpaal wordt geplaatst (op eigen grond, op andermans grond, voor eigen gebruik etc.). De vraag wie de laadpaal plaatst en op aan wie de grond toebehoort is van groot belang. Er kunnen zich namelijk problemen voordoen als de laadpaal duurzaam met de grond verenigd is en daardoor eigendom wordt van de eigenaar van het parkeerterrein, terwijl dat wellicht helemaal niet de bedoeling is
In de rechtspraak is nog geen oordeel gegeven of een laadpaal duurzaam verenigd is met de grond en dus ook niet of deze als roerend of onroerend wordt bestempeld. Vooruitlopend op meer duidelijkheid in de rechtspraak, kan een parallel worden getrokken met rechtspraak over zonnepanelen. Zo oordeelde de Rechtbank Noord-Holland dat zonnepanelen vastgeschroefd op een metalen frame welke vastzaten op betonnen ingegraven palen, onroerend waren, en dus duurzaam met de grond verenigd waren. Als het frame losstond, zou dat anders zijn.
Hoe zit het dan met een laadpaal? Voor het plaatsen van een laadpaal op een parkeerterrein is over het algemeen graafwerk nodig voor de juiste diepte afhankelijk van een aantal factoren (soort aansluiting, afstand tot de meterkast etc.). In de literatuur wordt dan ook betoogd dat een laadpaal duurzaam verenigd is met de grond, waardoor de eigenaar van de grond tevens eigenaar van de laadpaal wordt (natrekking).
Natrekking kan voorkomen worden door het vestigen van een opstalrecht (artikel 5:101 BW). Door het vestigen van een recht van opstal ontstaat als het ware een (juridische) scheiding tussen het parkeerterrein en de laadpaal. De afspraken tussen de eigenaar van het parkeerterrein (opstalgever) – waarop de laadpaal wordt geplaatst – en de eigenaar van de laadpaal (opstaller), moeten bij notariële akte worden vastgelegd en ingeschreven worden in de openbare registers.
Mocht het natrekkingsprobleem opgelost worden in een notariële akte, dan nog heerst er onduidelijkheid over de aansprakelijkheid voor de laadpaal. Hoe zit het bijvoorbeeld met de aansprakelijkheid als huurder een laadpaal plaatst op de grond van verhuurder en de auto van een klant van huurder kortsluiting krijgt door de laadpaal?
Tal van struikelblokken zijn er dus aanwezig bij het plaatsen van een laadpaal. Mocht u overwegen om een laadpaal te plaatsen, neem dan gerust contact met ons op zodat wij u kunnen adviseren in uw specifieke situatie.
Door Sophie van der Louw