Mijn blog van 24 oktober jl. ging over het ingediende initiatiefwetsvoorstel `Wet vaste huurcontracten’ (36.195), welk wetsvoorstel gericht is op de afschaffing van tijdelijke verhuur van woonruimte. In verhuurland werd namelijk te gretig gebruik gemaakt van tijdelijke huurcontracten. Zo heeft bijna 30% van de huurcontracten op dit moment een tijdelijk karakter.
Op 14 november 2023 heeft de Eerste Kamer gestemd over het initiatiefvoorstel ‘Wet vaste huurcontracten’. Met een ruime meerderheid van stemmen is het wetsvoorstel aangenomen. Een motie van het CDA over verruiming hospitaverhuur werd met algemene stemmen aanvaard.
Na 8 jaar komt er dus een einde aan de mogelijkheid om tijdelijke huurovereenkomsten te sluiten die zonder opzegging en zonder huurbescherming van rechtswege eindigen na het verstrijken van de afgesproken periode. De wet (artikel 7:271 BW) wordt zodanig gewijzigd dat huurovereenkomsten in beginsel voor onbepaalde tijd (eventueel met een minimale duur) worden gesloten. Vaste huurcontracten worden dus de norm. Dit geldt zowel voor zelfstandige als voor onzelfstandige woonruimten. Tegelijkertijd blijft het wel mogelijk om tijdelijk te verhuren onder specifieke voorwaarden. Eerst na publicatie in het Staatsblad kan de Wet vaste huurcontracten in werking treden. Het exacte tijdstip van inwerkingtreding is nog niet bekend. Dit zal naar verwachting 1 juli 2024 zijn. Tot het moment van inwerkingtreding is het nog steeds mogelijk om tijdelijke huurovereenkomsten te sluiten die van rechtswege eindigen.
Door Toos Verbaas