n onder andere de bouwsector zijn de prijzen de pan uitgerezen, levertijden zijn vertraagd en er is een enorme schaarste in materialen. Veelal het gevolg van de Russische inval in Oekraïne op 24 februari 2022. Het resultaat van deze enorme prijsstijgingen valt ons ook op. In de praktijk zien wij verschillende bouwprojecten waar prijsstijgingen tot hoogoplopende discussies leiden. In welke mate kan de aannemer de prijsstijgingen doorberekenen aan de opdrachtgever?
In de regel is de prijs of aanneemsom een vast bedrag en niet verrekenbaar, tenzij hier een expliciete afspraak over is gemaakt. Stijgingen van de kostprijs komen in beginsel voor het risico van de aannemer (= ondernemersrisico). Indien een aannemer echter wordt geconfronteerd met aanzienlijke prijsstijgingen welke hij – ten tijde van het sluiten van de aannemingsovereenkomst – niet kende of behoorde te kennen, dan zal er allereerst onderzocht moeten worden of er een beroep kan worden gedaan op kostenverhogende omstandigheden (ex. artikel 7:753 BW en/of §47 UAV 2012). Hiermee kan de aannemer hogere kosten doorberekenen aan de opdrachtgever. Maar het is voor een aannemer lang niet altijd mogelijk om een succesvol beroep op dergelijke kostenverhogende omstandigheden te doen.
Vaak al niet om de enkele reden dat de toepasselijkheid van deze regeling(en) veelal in de aannemingsovereenkomst is uitgesloten. Daarnaast stellen deze regelingen nog enkele bijkomende voorwaarden waaraan niet altijd kan worden voldaan.
In de rechtspraak zien wij dan ook een tendens, bijvoorbeeld in deze uitspraak van de Raad van Arbitrage voor de Bouw van 25-08-202 (nr. 37.382) (hierna: RvA), waarbij de prijsstijgingen als gevolg van de oorlog in Oekraïne worden aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid op grond van artikel 6:258 BW. De toepassing van die regel kan namelijk niet contractueel worden uitgesloten. De arbiters van de RvA overwogen dit als volgt:
(Ro. 31): “De oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan voor (onder andere) de bouw, hebben, naar het oordeel van arbiters, (inmiddels) te gelden als een van buiten komende extreme onvoorziene wijziging van omstandigheden welke naar objectieve maatstaven een verdere ongewijzigde uitvoering van de aannemingsovereenkomst voor aanneemster in redelijkheid niet langer verantwoord maakt.”
(…)
(Ro. 32): “Gelet op het bovenstaande zijn arbiters eveneens van oordeel dat er (inmiddels) eveneens sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 6:258 BW dat van dwingend recht is en bepaalt (voor zover hier relevant) dat de rechter op verlangen van een van partijen de gevolgen van een overeenkomst kan wijzigen op grond van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding niet mag verwachten.”
Hieruit blijkt dat de aannemer mag verlangen dat de overeenkomst alsnog tussentijds wordt gewijzigd. De arbiters laten echter in het midden in welke mate de aannemer deze prijsstijgingen mag doorberekenen aan de opdrachtgever.
In eerdere jurisprudentie over paragraaf 47 van de UAV wordt als vertrekpunt genomen dat per kostenelement de eerste 20% prijsstijging als ondernemersrisico van de aannemer geldt. Vervolgens moeten alle stijgingen boven die drempel, bij elkaar opgeteld, ook nog eens meer zijn dan 5% van de totale aanneemsom (dan is er sprake van een ‘aanzienlijke’ stijging volgens paragraaf 47). Alhoewel deze benadering van de RvA niet per se door de civiele rechter wordt gevolgd, verwachten wij dat bij het bijstellen van prijsafspraken op grond van art. 6:258 BW een percentage tussen 5% en 20% voor risico van de aannemer komt. Kosten daarboven zouden dan gelijk (50/50) moeten worden verdeeld tussen beide partijen. Maar hier kan de rechter natuurlijk van geval tot geval anders over denken. Alle omstandigheden in een bepaalde situatie dienen immers meegewogen te worden.
De publicatie van het richtsnoer van de brancheorganisaties, waarover wij al eerder schreven (zie hier) gaat uit van het eerlijk verdelen van de pijn. Wij zijn benieuwd hoe zich dit gaat ontwikkelen. Mocht er nieuwe rechtspraak verschijnen rondom de kostenverdeling op het gebied van aanzienlijke prijsstijgingen, dan houden wij u hiervan uiteraard op de hoogte.
Heeft u vragen over prijsstijgingen in de bouw, dan kunt u altijd contact opnemen met ons.
Schrijf u hier in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de nieuwste blogs.
Michael Sweep en Ronald Hogewind